Leon’s verhaal.


‘Het moet geen kleine hond zijn,’ zei ze.
‘Nee natuurlijk niet,’ antwoordde ik. ‘Ik ga niet midden in de nacht
met een teckel over straat in de stromende regen.’
‘Ik wil een hond met karakter, een lieve hond,’ vervolgde Guerite.
‘Eentje die eruit ziet als een wolf.’
‘Een Saarloos?’ zei ik. ‘Ik geloof niet dat die zo makkelijk zijn op te
voeden. Buiten dat kunnen ze volgens mij niet met kinderen. Neefjes
met littekens; vindt je broer vast niet leuk.’
‘Een husky dan? merkte ze op.
‘Misschien, maar die kunnen lastig alleen thuis. Buiten dat: onze slee
is stuk en voor sneeuw moet we verhuizen.’
Ik denk dat ik een jaar of acht geweest moet zijn. Van mijn favoriete
tante kreeg ik voor mijn verjaardag een boek. Snuf de hond, stond er
in grote letters op de cover. Geweren en een Duitse helm ook; meen
ik me te herinneren. Ik vrat het boek op. Ik moest ook een Snuf. Een
slimme hond, een hond die mensen kon redden, zelfs al werd hij in de
schouder geschoten. Snuf kroop door modder, weerstond wind,
regen en kou en bracht elk boek naar een eind goed al goed.
‘Je neemt maar een hond als je later groot bent,’ zei mijn moeder
steevast.
Ik denk dat ik zes jaar lang een hond heb gevraagd voor mijn
verjaardag, voor mijn broers verjaardag en zelfs op 5 december
vroeg ik aan mijn oom – de hulpsinterklaas, een trouwe viervoeter.
Niets mocht baten. Ik kreeg geen Snuf. Ik kreeg een konijn dat ik tegen
beter weten in Snuf noemde. Maar deze Snuf haalde geen stok, liep
niet naast me door de weilanden na school. Deze Snuf at wortels en
verstopte zich graag in stro.
Mijn moeder had gelijk. Als kind van twee werkende ouders was er
in ons gezin geen tijd een hond te willen. Mijn moeder wilde niet dat
het beest alleen thuis zou moeten wachten, totdat iemand laat in de
middag thuis zou komen. En ook al gunde ze me zeker een beste
vriend; ze gunde een beste hond een beter leven.
‘Ik denk dat ik onze hond heb gevonden,’ zei ik terloops, terwijl ik
een filmpje van witte herders rennend over het zand startte. ‘Socialer
en gevoeliger dan een Duitse herder en een hond die je niet vaak
ziet!’
‘Een witte!’ riep Guerite. ‘Ja, dit is ‘m. Deze hond wil ik.’
‘Voordeel is dat het een actieve hond is,’ reageerde ik. ‘Zo moet ik
straks het huis uit. Haha, de hond gaat zorgen dat ik blijf socialiseren.’
Na de tweede lockdown wist ik het zeker. Het was het allemaal niet
meer waard. De stress, de uren. Het regelen van personeel. Er was iets
geknakt. Er was iets van me afgenomen. Niet alleen mijn inkomen, mijn
zaak, mijn dagelijkse routine, maar mijn geloof dat de gulden
middenweg altijd bewandeld zou worden. Ik stond ernaast en besloot
op dat moment mijn eigen pad te volgen. Weg van de gejaagdheid,
het ongeloof. Weg van de drukte, het asociale. Weg van geleefd te
worden door een zelf opgelegd stramien. Weg van wat ik vroeger als
prachtig had ervaren; weg van de onrust. Ik wilde terug naar de
provincie. Een eigen eiland vinden; een stukje land waar we vrienden
en familie konden herbergen. Een toevluchtsoord, ver weg van de
hysterie van het westen. Terug naar ooit, naar uitgestrekte weilanden
braakliggende slootjes en…een hond.
Er zijn van die momenten in het leven waarbij je denkt: ‘Waarom
heb ik dit niet tien jaar eerder gedaan?’ Het blijven onzinnige
gedachten. Mijn vader zei altijd: ‘Wat als je tien jaar eerder een andere
keuze had gemaakt en een week later onder een auto was gelopen?’‘
‘Het leven is wat gebeurd, terwijl je andere plannen maakt,’ aldus
John Lennon. Ik denk dat mijn vader stiekem naar The Beatles luisterde.
Al zei hij altijd niets met die muziek op te hebben.
Maar al slaat het nergens op; ik had graag tien jaar eerder onze
hond hebben leren kennen. We hebben haar nu net een maand en ze
valt niet meer weg te denken uit ons leven. Voor ons allebei, Guerite
en ik, is het mijn hond, mijn beschermer, mijn liefde: onze Minne. Het
kost wat uurtjes slaap, maar de wisselkoers is niet in verhouding. Een
pup, zo vol levenslust, die zorgeloos speelt, die dingen nog niet
helemaal begrijpt, die kleine ongelukjes maakt, die soms te
enthousiast bijt, die onvoorwaardelijk van je houdt en die heel veel
droomt; hele dagen in herhaling stuiptrekt – elk avontuur van die dag
herbelevend. Een hond zo sociaal naar andere mensen toe, dat je
denkt een labrador gekregen te hebben. Een allemansvriend die
binnen 3 weken gehoorzaamde aan de clicker. Een eigenwijze hond,
die leergierig is en vol energie. Een volstrekte malloot die water te lijf
gaat als een ridder met zwaard; de branding bevechtend. Dit is onze
Minne. Een beste vriendin waardoor ik in bossen wandel,
natuurgebieden afstruin. De reden dat ik geen tv, maar hond kijk;
urenlang. Dit is onze Zwitserse witte herder uit een heel klein dorpje in
Friesland, Ureterp. Onze kleine ijsbeer die mensen tegen Iantarenpalen doet oplopen.

Ze is knap en net als elke mooie vrouw,
weet ze het. – 01/09/2022, 12:48.